Tom Priestley

91, Londen?, 25 december, natuurlijke dood

Engels editor. Zoon van schrijver J.B. Priestley, joingere broervan chef-camera Jack Priestley. Oscarnominatie voor de montage van Deliverance (John Boorman, 1972), BAFTA-winnaar voor de montage van Morgan, A Suitable Case for Treatmentv (Karel Reisz, 1966). Begon zijn lange loopbaan aan beide zijden van de Atlantische Oceaan als sound editor, bij voorbeeld van het geluid van Dunkirk (Leslie Norman, 1958), The Angry Silence (Guy Green, 1960) en Repulsion (Roman Polanski, 1965). Eerste zelfstandige beeldmontage betreft de science fictionfilm Unearthly Stranger/Beyond the Stars (John Krish, 1963). Ook editor van bij voorbeeld Marat/Sade (Peter Brook, 1967), Our Mother’s House/Sinister spel (Jack Clayton, 1967), Isadora (Reisz, 1968), Leo the Last (Boorman, 1970),

O Lucky Man! (supervisie; Lindsay Anderson, 1973), The Great Gatsby (Clayton, 1974), The Return of the Pink Panther (Blake Edwards, 1975), That Lucky Touch (Christopher Miles, 1975), Voyage of the Damned (Stuart Rosenberg, 1976), Jubilee (supervisie; Derek Jarman, 1977), Exorcist II: The Heretic (Boorman, 1977), Tess (adviseur en voltooiing; Polanski, 1979), Times Square (Allan Moyle, 1980), de met een Oscar onderscheiden korte film  A Shocking Accident (James Scott, 1982), Another Time, Another Place (Michael Radford, 1983), 1984 (Radford, 1984), Nanou (Conny Templeman, 1986) en White Mischief (Radford, 1987) en Lord of the Flies (supervisie; Harry Hook, 1990). Docent montage aan de National Film and Television School in Beaconsfield. Vader van cameraman Tom Priestley Jr.

Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.