90, Santa Monica, 6 oktober, hartfalen
Amerikaans danser, zanger en acteur. Zijn virtuositeit als acrobatisch danser stond in hoog aanzien bij collega’s en kenners; tegenspeler Donald O’Connor noemde hem zelfs “groter dan Fred Astaire en Gene Kelly”. Rall was ook een meer dan verdienstelijk tap- en balletdanser, en later een operatenor. Zijn spectaculaire optreden was bij voorbeeld te bewonderen in filmmusicals als Kiss Me Kate (als Lucentio; George Sidney, 1953), Seven Brides for Seven Brothers (als Frank; Stanley Donen, 1954), My Sister Eileen (Richard Quine, 1955), Invitation to the Dance (Kelly, 1956) en Merry Andrew (Michael Kidd, 1958). Begon zijn filmloopbaan bij Universal als een van de Jivin’ Jacks and Jills, naast O’Connor, Peggy Ryan en Shirley Mills, in films als Give Out, Sisters (met The Andrews Sisters; Edward F. Cline, 1942), Get Hep to Love (Charles Lamont; 1942) en Mister Big (Lamont, 1943). Danste ook redelijk anoniem in The North Star (Lewis Milestone, 1943), Song of Russia (Gregory Ratoff, 1944), Ziegfeld Follies (1945) en Good News (Charles Walters, 1947). Ook te zien in bij voorbeeld The Second Greatest Sex/Liefdesstaking (George Marshall, 1955), World in My Corner (Jesse Hibbs, 1956), Walk the Proud Land (Hibbs, 1956), Funny Girl (in duet uit het Zwanenmeer tegenover Barbra Streisand; William Wyler, 1968), Pennies from Heaven (Herbert Ross, 1981), Dancers (Ross, 1987) en als weerwolf in Saturday the 14th Strikes Back (Howard R. Cohen, 1988). Vanaf eind jaren 60 tot zijn ontmaskering in 2007 gaf een dansleraar genaamd Fredric Brame zich ten onrechte uit voor Rall. Gescheiden van danseres Monte Amundsen.