Uri Zohar

86, Jeruzalem, 2 juni, doodsoorzaak onbekend

In Brits-Palestina geboren Israëlisch regisseur, scenarist, acteur en rabbijn. Van de elf lange speelfilms die Zohar regisseerde werd Shlosha yamim veyeled/Three Days and a Child (tevens scenario; 1967) geselecteerd voor de competitie in Cannes, waar hoofdrolspeler Oded Kotler werd bekroond als beste acteur. Metzitzim/Peeping Toms (tevens scenario, productie en hoofdrol; 1972) nam deel aan de competitie in Berlijn. Aanvankelijk acteur, in films als Amud ha’esh/Pillar of Fire (Larry Frisch, 1959), Brennender Sand/Holot lohatim (Raphael Nussbaum, 1960) en Ulai terdu sham/Dream Boat (Amatsia Hiuni en Puchu, 1964). Regiedebuut: Hor b’levana/Hole in the Moon (tevens top-billed als acteur; 1964). Daarna films als Moishe Ventilator (tevens productie; 1966), Kol mamzer melech/Every Bastard a King (tevens scenario; 1968), Ha-shehuna shelanu/Fish, Football and Girls (1968), Hitromamut/Take Off (1970), Bloomfield (na tien draaidagen vervangen door hoofdrolspeler Richard Harris; 1970), Ha-tarnegol/Boys Will Never Believe It (met Topol; 1971), Einayim g’dolot/Big Eyes (tevens scenario; 1974) en Hatzilu et hamatzil/Save the Lifeguard (co-regie met Itzik Kol, tevens scenario en acteur; 1977). Laatste regiecredit was voor de compilatie van oude televisiesketches Lool (samen met Boaz Davidson, 1988). Acteerde ook in films als Haminiyah leretzach/Motive to Murder (Peter Freistadt, 1966), 999 Aliza Mizrahi/999 Aliza: The Policeman (Menahem Golan, 1967), Te’alat Blaumilch/The Big Dig (gastrol als dirigent; Ephraim Kishon, 1969) en Koreyim li Shmil/They Call Me Shmil (top-billed; George Obadiah, 1973). Trok zich in 1978 terug uit de amusementssector om zich volledig te wijden aan bestudering van de torah en uiteindelijk ultraorthodox rabbijn te worden. Coördineerde bij de verkiezingen van 1992 de succesvol verlopen mediacampagne van de religieuze SHAS-partij.

Plaats een reactie

This site uses Akismet to reduce spam. Learn how your comment data is processed.