97, Albany GA, 18 augustus, natuurlijke dood
Amerikaans bijrolactrice. Nichtje van generaal George S. Patton. Speelde James Stewarts schoonzuster Ruth in de klassieker It’s a Wonderful Life (Frank Capra, 1946). Kreeg eerder slechts een credit voor een filmrol, in Janie (Michael Curtiz, 1944). Was wel kort te zien in bij voorbeeld Thank Your Lucky Stars (David Butler, 1943), Old Acquaintance (Vincent Sherman, 1943), Hollywood Canteen (Delmer Daves, 1944), The Last Ride (D. Ross Lederman, 1944), The Horn Blows at Midnight (Raoul Walsh, 1945), Canyon Passage/De pioniers (Jacques Tourneur, 1946) en Nobody Lives Forever (Jean Negulesco, 1946). Later enkele hoofdrollen, in het Ku Klux Klan-drama The Burning Cross (Walter Colmes, 1947) en de western Black Eagle (Robert Gordon, 1948). Kort te zien in A Double Life (op toneel; George Cukor, 1947) en The Lucky Stiff (Lewis R. Foster, 1949). Trok zich na haar huwelijk in 1949 terug uit de filmwereld. Nog later werd ze directeur van een investeringsmaatschappij in Ann Arbor MI.