88, Amsterdam, 23 juni, natuurlijke dood
In het huidige Indonesië geboren Nederlands acteur, zanger en danser. Won het Gouden Kalf als beste acteur voor zijn titelrol in Havinck (Frans Weisz, 1987). Vormde om zijn cinefiele kwaliteiten – hij was vooral van kinds af aan verzot op Hollywoodmusicals – in de jaren 70 met schrijver Rinus Ferdinandusse en actrice Yoka Berretty de jury van de KRO-filmquiz Voor een briefkaart op de eerste rang. Sleutelgetuige van de wilde jaren 60 in de documentaire Hans – Het leven voor de dood (Louis van Gasteren, 1982). Na een zware periode tijdens de Japanse bezetting van Nederlands-Indië kwam Nijholt naar Nederland en volgde uiteindelijk de Amsterdamse Toneelschool, waar hij in 1960 eindexamen deed. Speelfilmdebuut in Daniël (Erik Terpstra, 1971). Ook in films als Ciske de Rat (Guido Pieters, 1984), de eindexamenproductie Alaska (Mike van Diem, 1989), de ook in de bioscoop vertoonde tv-drama’s Bij nader inzien (Weisz, 1991) en Op afbetaling (Weisz, 1992), De nietsnut/Identikit (Ab van Ieperen, 1992), Hoogste tijd (Weisz, 1995), Unter den Palmen (Miriam Kruishoop, 1999), De vriendschap (Nouchka van Brakel, 2001), Pietje Bell (Maria Peters, 2002) en Pietje Bell II: De jacht op de tsarenkroon (Peters, 2003), De griezelbus (Pieter Kuijpers, 2005) en Amsterdam (Ivo van Hove, 2009). Talrijke tv-rollen, zoals in de series De stille kracht (naar Louis Couperus; Walter van der Kamp, 1974), De Kris Pusaka (top-billed; Bram van Erkel, 1977-78), Willem van Oranje (als Filips II; Van der Kamp, 1984) en Penoza (2012-13), alsmede de tv-film over Srebrenica Maten (Pieter Verhoeff, 1999). Ook op televisie was Nijholt onder veel meer te zien als Hoofdpiet bij de intocht van Sinterklaas (1964), in Hadimassa (1967), Oebele (1968-71), Kunt u mij de weg naar Hamelen vertellen, mijnheer? (1975-76), Pleisterkade 17 (1975-77), The Late Late Lien Show (1979-81), als presentator van Kinderen voor kinderen (1980-81) en als jurylid in de musicalauditieshows Op zoek naar… (2007-11). Voor zijn werk in het theater kreeg Nijholt in 1989 de Paul Steenbergenpenning van de vorige drager Guido de Moor; in 2002 gaf hij hem op zijn beurt door aan Pierre Bokma. Hij speelde onder meer bij de Nederlandse Comedie en de Haagse Comedie en in vele vrije producties. Legendarisch was zijn samenwerking met Wim Sonneveld (1971), evenals zijn hoofdrollen in de musicals Wat een planeet (1974), Foxtrot (1977), Cabaret (1989) en Miss Saigon (1996). Zijn correspondenties met schrijvers Gerard Reve en Hella Haasse werden in boekvorm gepubliceerd, als respectievelijk Met niks begonnen (1997) en Met bonzend hart (2011). De autobiografie Een ongeduldig verlangen: herinneringen verscheen in 2016. Ridder in de Orde van de Nederlandse Leeuw (2011).